Vulkaanuitbarstingen en zonnebrillen in Guatemala

15 september 2019 - Palenque, Mexico

Na het intermezzo op en onder Utila, kwamen we dus terug aan in Guatemala. De eerste bestemming zou een van de hoogtepunten moeten worden van het land: Antigua, een stadje niet ver van de weinig interessante hoofdstad Ciudad Guatemala, die we bewust links lieten liggen. Bij aankomst werd meteen duidelijk waarom dit volgens de meeste passanten niet te missen is: gezellige kleine straatjes met kasseien, kleurrijke huisjes zover het oog reikt, talrijke restaurantjes en cafeetjes in alle maten, pleinen met schaduwrijke bankjes,.. en dit allemaal tegen een achtergrond van majestueuze vulkanen die met hun dreigende schoonheid de stad omsingelden. We werden er even stil van, tegen de raampjes geplakt van de bus die met ons de stad binnenhobbelde.
In Antigua aangekomen, gingen we meteen op zoek naar ons hostel dat we, in een vlaag van voorbereidingslust, een dag op voorhand geboekt hadden. Het hostel was een oude bekende: Selina, die ons ook bij onze allereerste kennismaking met de overweldigende Mexicaanse hitte onderdak (en noodzakelijke verfrissing) had geboden bij aankomst in Cancun. Deze telg van de Selina-keten bevond zich echter in Antigua en was wederom een pareltje van een verblijf. Verschillende kamers, van dorms tot tweepersoonskamer, lagen geschikt rond een groene binnentuin, hangmatten, bar, zwembad mét glijbaan, alles erop en eraan! Het hoogtepunt, the centerpiece as you will, was echter een groot bed middenin de tuin, hangend aan touwen, waar we een namiddag zalig op hebben kunnen chillen, maar ik loop vooruit op de zaken.
De volgende morgen breakfast met zicht op de reusachtige ‘Volcan de Agua’ (bijzondere naam voor een vulkaan, toch een symbool van lava en vuur, maar bon). Een dag lang wandelden we rond, ontdekten we de lokale markten, proefden van alle lekkers en genoten van het beste dat Antigua te bieden heeft op culinair, gastronomisch en relax-vlak.

Dit alles was echter een opwarmertje voor wat komen ging, een voorgerechtje als het ware voor een plat de résistance zo imposant, dat uw nederige reporter aan de andere kant van uw scherm nog steeds in alarmerende staat van extase verkeert. U weze gewaarschuwd!

De volgende morgen waagden we ons immers op een 2-daagse onderneming naar de top van een andere vulkaan in de buurt van Antigua: Volcan Acatenango. De trouwe lezer van dit stukje reisliteratuur zal dit op zich een weinig bijzonder event vinden en terecht, het was immers niet de eerste vulkaan die zich op ons bord bevond. In dit geval was de weg naar de top echter opgesplitst in 2 dagen, met een overnachting in tentjes in een basecamp, een uur steil klimmen verwijderd van de top. De voornaamste attractie van de beklimming van de Acatenango is echter het zicht op de omgeving rond deze vulkaan (naast de fysieke uitdaging op zichzelf natuurlijk, maar hier begeef ik me op glad ijs met een reiscompagnon als Eva). Ondanks de onmiskenbaar prachtige omgeving in alle richtingen, waarheen je ook kijkt, wordt de blik echter automatisch gezogen naar 1 bepaalde mastodont naast de Acatenango: Volcan de Fuego. Dit is een van de meest actieve vulkanen op het vasteland ter wereld en zou geregeld wolken van gas, stenen en lava in de lucht spuiten. In 2018 nog was er een grotere uitbarsting die helaas het leven kostte aan een 200-tal inwoners van de onderliggende dorpen. Dit allemaal ter illustratie van de achtergrond waartegen we vertrokken aan wat (voor mij altans) een van dé ervaringen van mijn leven zou worden.

We vertrokken onder een heldere hemel en stralende zon, het leek veelbelovend voor het uitzicht op de naburige Fuego vanop het basiskamp. Al snel bleek dat het geen ‘walk in the park’ zou worden. Meteen begon het steil omhoog te gaan en de niet-opgewarmde kuiten pruttelden die eerste meters flink tegen. Bovendien moest Eva door haar inmiddels beruchte eerste-half-uur-van-een-zware-hike-dip, waarbij momenten van volledige slappe benen en energieloosheid de nog af te leggen weg transformeert in een onmogelijk te bedwingen bergwand van 90º. Gelukkig bleken een kwartiertje rust, energiereepkes binnenproppen en een Gatorade-van-den-aldi, gekocht van een lokale held (en geduld van mijn kant) opnieuw een effectieve remedie en na dit eerste half uurke vloog Eva weer als een soepele berggazelle (klinkt toch wat frisser dan een berggeit) de helling op.
Na deze pittige dag stijgen, kwam onze groep tegen 16.30h allemaal veilig aan in het basiskamp, waar we de nacht zouden doorbrengen. Het is te zeggen, het grootste deel van de groep kwam dan aan, een Chinese man in compleet camoeflagepak en met een onbegrijpelijk zware rugzak kwam een klein uurtje later pas aansluiten, volledig kapot maar in uitstekend humeur (wat hij verbazingwekkend genoeg doorheen de hele fysiek uitputtende – zeker voor hem – dag had weten aanhouden!). Helaas was tegen onze aankomst de hele lucht betrokken met dichte mist en zagen we amper enkele meters voor ogen. De frustratie en wanhoop bij het horen ontploffen en uitbarsten van die actieve vulkaan Fuego vlakbij, zonder ook maar iets te zien, is moeilijk te beschrijven. Bon gelukkig werd er inmiddels een lekker maaltje bereid door onze gidsen en leerden we rond een kampvuurtje onze mede-avonturiers kennen. Een goedlachse Hollandse meid, Rachel, sympathieke Franse buren, zelfrelativerende Amerikanen met een gezonde dosis zelfspot (we konden het zelf amper geloven) en een aantal Chinese medemensen waren de meest opvallende teamgenoten. Het werd een heel gezellige avond zo in de mist rond een vuurtje op 3600m hoogte op een vulkaan, met bulderende ontploffingen op de achtergrond.
Tegen 19.30h kwam Remy, een Franse knaap, echter met goed nieuws: volgens zijn weerbericht-app zouden de wolken tegen 21h opentrekken en een heldere nacht inluiden. Er was 0% bereik op onze berg, dus het was voor ons een raadsel hoe die app dat kon weten, maar tegen beter weten in (je zag immers geen hand voor ogen) gingen Eva en ik toch samen met de Fransen buiten klaar staan voor een spektakel dat misschien nooit zou komen.

Na een dik uur wachten (op wat meer en meer weg had van Godot), begonnen er zich af en toe echter openingen in de dichte mist te vormen en zagen we soms enkele seconden de naburige vulkaan liggen. Op een van deze momenten zagen we zelfs een beetje lava uit zijn dampende muil te voorschijn spuiten. Op dat moment was het het voor mij allemaal al waard geweest, zelfs voor deze paar seconden. Uiteindelijk was dit slechts een voorproefje van wat komen zou. Tegen 21h (lang leve Remy-Mozes –zoals ik hem ging noemen- die slechts gewapend met een APP het wolkendek deed opensplijten) was de hele omgeving helder en zagen we pas echt op wat voor bijzondere plaats we kampeerden. En wat we de volgende uren zouden zien, tartte elke verbeelding. De vulkanoloog in mij – die kort na mijn gepassioneerde spreekbeurt over vulkanen in het 6de leerjaar in een winterslaap sukkelde – werd letterlijk gewekt door de reeks uitbarstingen die ik met eigen ogen mocht aanschouwen. Ik ontving een mentale high-five van mijn 12-jarige zelf en genoot vooral met volle teugen. Wat overdag vooral te zien is als rookpluimen, bleek ‘s nachts – bij afwezigheid van licht – een spektakel van spuitende en stromende lava te zijn. Eva keek toe vanuit ons tentje, ik stond nog steeds op dezelfde plek buiten in de kou, onwaarschijnlijk onder de indruk. Tegen een uur of 11 zocht ik dan ook maar ons tentje op, waarbij ik Eva – die zittend in slaap was gevallen – voorzichtig op haar matje legde en in de heerlijk dikke slaapzak kroop. Slapen was er echter niet bij, wie slaapt er nu terwijl er zich vlakbij om de aantal minuten het meest unieke wonder der natuur afgespeeld? Ik alvast niet, heel de nacht bleef ik kijken vanuit ons gezellig warme tentje naar het schouwspel. Eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat ik hierbij werd geholpen door de Amerikanen, die in de tent naast ons (onder invloed van een bolleke XTC?) de hele nacht heel luide en geanimeerde gesprekken bleven voeren en vol verrukking schreeuwden als de Fuego enige activiteit vertoonde. Irritant voor zij die wilden slapen kan ik me voorstellen, maar voor mij ideaal: dankzij deze schobbejakken slaagde ik erin om wakker te blijven en geen seconde lava te missen. Ook Eva, die natuurlijk wel lag te pitten, schoot om de zoveel tijd wakker als bij een wesp gestoken wanneer de Amerikanen hun keel weer open zetten. Snel grabelde ze dan haar bril en genoot ze mee van het spektakel om daarna weer verder te slapen. Een memorabele nacht die ik nooit zal vergeten.

De volgende morgen – het is te zeggen tegen 4u ‘s morgens – werden we gewekt om de tocht naar de top te vervolledigen. Het was slechts een uurtje klimmen, maar wel duidelijk het zwaarste stuk van de tocht. Hier stond tegenover dat we constant een spectaculair zicht hadden op de nog steeds uitbarstende Fuego: afzien was zelden zo schoon als toen. Aangekomen op de top werden we getrakteerd op een zonsopgang uit de boekskes: ongelooflijk spel van kleur en licht, tegen een achtergrond van vulkanen in de omgeving in alle richtingen. Beter wordt het niet (veel kouder echter ook wel niet voor ons Eva’ke)! De tocht naar beneden gebeurde voor mij een een soort roes van gelukzaligheid dankzij het spektakel waarvan we getuige waren geweest. De trip naar het basiskamp ging bovendien ook lekker snel omdat er voornamelijk zand ligt (wel dodelijk vermoeiend in het naar boven klauteren) waardoor je al schaatsend naar beneden kon roetsjen!

De volgende dagen in Antigua werden er vooral veel chillmomenten ingelast om de wonderlijke ervaring te laten bezinken, om te genieten van de ‘luxe’ van ons Selina Hostel en om te proeven van het lekkers dat de stad te bieden heeft. De dag voor we verder zouden trekken naar het Atitlan meer, onze laatste bestemming in Guatemala, kwam er nog een verrassing op ons af in Antigua. Delphine en Emil, onze  Canadese vrienden van Guatemala-deel-1, passeerden immers terug in de stad om van daaruit een bus te nemen naar een volgende bestemming. Dit konden we niet ongemerkt laten passeren en we hadden een erg gezellig ontbijt samen (met French Toast van de bovenste plank voor Eva uiteraard). Een fotoshoot ter herinnering was een hilarisch moment voor we opnieuw afscheid namen. Tot in Quebec!

De dag erop trokken we, op aanraden van de Quebekkers, naar Chichicastenango (afgekort Chichi) om de legendarische markt op donderdag (of zondag) mee te pikken, mits dit maar een kleine omweg was richting Lake Atitlan. We reisden opnieuw met de chickenbussen – opnieuw vol locals, geen spoor van andere toeristen – en beleefden op de eerste bus toch wel enige doodsverachting door het rijgedrag van de knaap aan het stuur. Deze zijn rijstijl werd nog wat aggressiever na een incident waarbij een vrachtwagen niet meteen aan de kant ging om hem te laten passeren (ondanks letterlijk ononderbroken getoeter van een minuut of 3), waarbij hij uiteindelijk in het passeren BEWUST met de achterkant van de bus de spiegel van desbetreffende truck eraf ramde. Wij keken vol verbazing naar deze onbegrijpelijke act van verkeersagressie, de locals keken echter amper op. Opgelucht dat we waren toen we van bus konden wisselen en zagen dat de nieuwe chauffeur iets meer zin had voor zelfbehoud. Uiteindelijk geraakten we in Chichi en bezochten het kerkhof dat een ware attractie vormde met zijn kleurrijke graven verspreid over de heuvels naast het dorp.
De volgende dag was het marktdag en begrepen we waarom deze markt bekend is in heel Guatemala. Opeengepropt in de straatjes en op het grote plein zagen we eindeloze standjes van eten en vooral traditionele handgemaakte Mayaspullen. Erg plezant om een voormiddagje in rond te slenteren (en hier en daar een souvenierke voor het thuisfront op de kop te tikken).
Diezelfde dag nog trokken we verder, opnieuw met lokale bussen, en kwamen we na een tergend langzaam boottochtje (we hadden de directe boot gemist) aan in San Pedro, 1 van de dorpjes gelegen rond Lake Atitlan. In elk van de dorpjes heerst een verschillende vibe, wij kozen voor wat beschreven werd als: ideaal voor backpackers, en we werden niet teleurgesteld. Heel aangenaam sfeertje, prijzen vallen goed mee en voldoende plaatsen om te slapen of iets te eten. We verbleven in Hostel Pinocchio, op aanraden van Delphine en Emil, en kregen een topdeal voor een 2-persoonskamer. Lang leve het laagseizoen! Alles leek in orde tot we plots tot het besef kwamen dat we Eva’s zonnebril (op sterkte en dus duur en onvervangbaar) nergens konden vinden. De lichte paniek sloeg toe, vooral omdat we hem laatst hadden gezien terwijl we wandelden door de erg drukke markt in Chichi. Gestolen? Gevallen? Ergens vergeten? Tegen beter weten in vroegen we de superbehulpzame dame van het hostel te bellen naar het restaurant waar we ontbeten hadde in Chichi. Verbazend genoeg kregen we iemand aan de lijn, nadat we een nummer hadden gevonden dat verborgen zat in de diepste krochten van het internet. Tot onze stijgende verbazing bleken ze inderdaad een zonnebril gevonden te hebben. We spraken af dat ik deze de volgende dag zou komen ophalen. Om nog iets van die extra reisdag te maken, besloten we ‘s morgens de wandeling naar de ‘Indian Nose’ te ondernemen, vanwaar je de zon boven het meer kon zien opkomen. Vertrekken om 4u ‘s morgens was pittig, maar de inspanning o zo waard! De zon zien opkomen boven het meer, opnieuw omringd door vulkanen (zelfs de Fuego was in de verte zichtbaar met af een toe een rookpluimpje) was fantastisch. Bovendien waren we al om 8u ‘s morgens terug in San Pedro en kon ik, na een stevig ontbijt, dus vertrekken voor Operation Sunglasses. Dit hield in dat ik dus terug een half uur boot, een half uur chickenbus, overstappen voor 45 minuten chickenbus en dan nog eens overstappen voor een uur chickenbus voor de boeg had om mevrouw haar zonnebril te gaan oppikken in Chichi en om erna hetzelfde te doen in omgekeerde richting. Stiekem vond ik het ook wel plezant om zo is een dagje alleen te reizen. Aangekomen in Chichi bleek pas echt hoe onwaarschijnlijk veel chance we hadden dat we die zonnebril hadden weten op te sporen. De dame in het restaurant vertelde me immers dat deze niet daar gevonden was, maar binnengebracht was door een passant die de bril een eindje verder op straat had gevonden!! Onwaarschijnlijk dat die goede ziel hem juist naar dat restaurant bracht en dat wij erin waren geslaagd hen te contacteren (ondanks de minieme hoop die we hadden op een positieve afloop). Uiteindelijk bleek Operation Sunglasses een daverend success, waarbij ik als bonus ook nog ons vergeten ijzeren rietje (de chaos in Chichi was duidelijk besmettelijk geweest) in een koffiebar ging oppikken, en kwam ik tegen 17h terug in het haventje van San Pedro aan, alwaar ik een warm welkom verwachtte voor de geslaagde queeste van deze koene ridder. Echter, geen Eva te bespeuren aan de haven als opwachting. Uiteindelijk trof ik haar bij de uitgang van ons hotel, alwaar madamme net op weg was naar een massage van een uur! Awel merci, koene ridder mijn gat!

Gelukkig slaagde ik er in mijn ridderlijkheid snel in deze blammage te vergeven en konden we verder met ons leven. We spendeerden nog een dagje wandelend en etend aan het meer en Eva genoot van haar herrezen zonnebril.

De dag erna was het afscheid van Guatemala aangebroken en zetten we koers naar de laatste stop van onze reis: Chiapas in Mexico, met San Cristobal de las casas als eerste bestemming.

Foto’s

4 Reacties

  1. Frie:
    15 september 2019
    Indrukwekkende verhalen en foto’s, holy moly die vulkaan!!! 😱 🌋. Dat moet fantastisch (en koud!) geweest zijn!!
    Ironisch ook wel dat ik onder jullie reisverhalen reclame kreeg voor de aankoop van een gratis zonnebril bij de Pearl 😂.
    Geniet van jullie laatste Mexico-stop. Willen of niet, wij tellen af!
  2. Eli:
    15 september 2019
    Hahaha, ik heb toch wel wat gelachen met Eva en haar slaap en massage :). Miss her!!
  3. Lieze Reniers:
    15 september 2019
    Ale Eva chance dat ge uwe zonnebril terug hebt he, hij was zo schoon! Merci Daan voor de moeite! Zalige foto's!!
  4. Asje:
    18 september 2019
    Kei leuk!!! Zalig foto's :D