Tour de Chiapas

20 september 2019 - Tulum, Mexico

Na een lange opeenvolging van boot en shuttles arriveerden we in de late namiddag uiteindelijk in San Cristobal de las Casas, een stadje centraal gelegen in de zuid-Mexicaanse staat Chiapas. Vooral onze Canadese vrienden hadden ons helemaal warm gemaakt voor deze veel minder bezochte buur van Yucatan, met San Cristobal als aangename uitvalsbasis.

En inderdaad, we werden absoluut niet teleurgesteld bij aankomst in San Cristobal. Aangename drukte, gezellige pleinen, voetgangersstraatjes (met kasseien!), barretjes en restaurants bij de vleet en uiteraard de kleurige huisjes die het straatbeeld versieren. Bovendien bleek ons hostel prijs-kwaliteit een superdeal, met heel gezellige grote kamers, volledig uitgeruste keuken tegen een belachelijk lage prijs: Chiapas begon alvast goed!

Zoals in de meeste gezellige stadjes lieten we het lokale tempo onze koers bepalen. Rondslenteren door de smalle straatjes, op het gemakje klimmen naar de top van omliggende heuvels om de stad van bovenaf te kunnen bewonderen en op tijd en stond stoppen voor een frappéke of stukskes mango. De volgende dag kriebelde het bij mij echter om nog eens goed te zweten, af te zien en de benen los te gooien, dus huurde ik een mountainbike om de wijdere omgeving te gaan verkennen. Terwijl mijn wederhelft, die absoluut geen graten zag in nodeloos afzien, op een bankje in de zon rustig haar elfendertigste boek uitlas, zag ik af bij de beesten. De knaap in de fietswinkel had niet overdreven: de heuvels in de omgeving zijn steil en relatief lang. Hier kwam bij dat de fiets zeker niet van de bovenste plank was en niet in de lichtste vitesse geraakte (die ik idealiter absoluut had kunnen gebruiken), maar bon ik wilde afzien en dat heb ik mogen ondervinden. Het was voor mij echter absoluut die 25L zweet waard: eens boven, door de omgeving fietsen, langs maya-dorpjes waar soms nog eeuwenoude rituelen werden uitgevoerd, prachtige kerkjes binnenwandelen als stop onderweg, levensnoodzakelijk banaantje kopen in een lokale fruteria: heerlijke voormiddag. In de namiddag gingen Eva en ik door op het elan van de dag voordien en hielden we ons voornamelijk bezig met stillekes aan de laatste weken te beginnen plannen. In Chiapas is immers veel een bezoek waard, maar niet altijd even gemakkelijk te bereiken (tenzij je veel geld & vrijheid neertelt, om alles met een georganiseerde tour te doen). We besloten dus om een auto te huren voor 2 weken om de hoogtepunten van de regio op eigen houtje en tempo te kunnen doen.

We boekten een VW polo’ke, dat we de volgende dag al konden gaan ophalen aan de luchthaven van Tuxtla Gutiérrez, de grootste stad van Chiapas. Een kwartiertje na aanmelding vertrokken we al in ons kleine blauwe bakske, van een vlotte service gesproken! Eerste stop: Chiapa de Corzo, een klein dorpje vlakbij Tuxtla, dat aan het begin ligt van de prachtige Canyon del Sumidero. Deze bezochten we de volgende morgen, eerst vanuit een bootje dat in 2 uur heen en terug door de canyon raasde, vervolgens reden we langs enkele miradors met de auto. Vanuit het bootje kreeg je al een idee hoe indrukwekkend de canyon is, en konden we bovendien aapjes en giga-krokodillen spotten! Bovendien bleek dat Mexicanen als de dood zijn voor 2u zonder eten of drinken: de hoeveelheid koelboxen eten en drinken dat die meezeulden (als zou het gaan om een weekend op de boot), was ongezien. Een jonge moeder die vlak bij ons zat spande de kroon, de hoeveelheid halve liters bier die zij achteroversloeg op die 2 uur (met haar kindje op de schoot) zou zelfs den Barry jaloers maken. Maar bon, onze ogen waren voornamelijk op de indrukwekkende canyon gericht, met steile kliffen die tot 1000 meter boven de rivier uittorenen. Achteraf bleek echter dat vooral vanop de miradors, waarvoor je met de auto een eindeloze slingerende weg naar boven moest nemen, de overweldigendheid – als dat al een woord is – van die canyon pas echt bevat kon worden. 1 woord: WAUW! Na diezelfde slingerweg naar beneden, waar Eva meermaals een gat probeerde duwen in de vloer van de auto, op zoek naar een ingebeelde rem, reden we door naar een totaal andere omgeving: Sima de las Cotorras. Dit is een erg dramatisch-ogend zinkgat van 160m breed en 140m diep middenin een dik regenwoud. Het bijzondere, en ook de reden voor ons omwegje, is dat deze cenote honderden groene papegaaien (cotorras) huist, die bij zonsopgang gezamelijk krijsend uit deze reusachtige holte komen gevlogen in spiraalformatie: erg bijzonder en het vroege opstaan zeker waard!

Na nog een kleine omweg langs een verfrissende waterval, zetten we de Tour de Chiapas verder. Al snel bleek echter wat het grootste obstakel zou worden op deze trip: de erbarmelijke staat van de weg op verschillende plaatsen. Zo geraakten we uiteindelijk niet verder dan San Cristobal (na een pitstop in de Mcdo met als dessertje de rode duivels), waar we onaangekondigd binnenvielen in ons vorige hostel en gelukkig prompt een – uiteraard – heel aangename kamer kregen aangeboden. Het voelde al een beetje als thuiskomen. Maar van San Cristobal hadden we al genoeg gezien, dus vervolgden we onze tocht naar Comitan, de uitvalsbasis voor een hoop watervallen en meren in het zuidwesten van Chiapas. We verkenden het stadje dat net als alle Mexicaanse steden over een erg aangenaam plein beschikt waar al het publieke leven zich afpeelt. Onze roadtrip zette zich de volgende dag weer in gang met een bezoek aan het watervallencomplex ‘El Chiflon’. Nu hebben wij in ons leven al wel één en ander gezien in de wondere wereld der watervallen, maar bij El Chiflon moesten we toch geregeld onze opengevallen kaak handmatig sluiten. Een reeks watervallen die steeds impressionanter wordt, hoe verder je stroomopwaarts het padje omhoogklimt, met als orgelpunt het reusachtige gebulder van een gigant die zich 120m in de diepte werpt. Tot slot klommen we helemaal naar boven, langs steeds minder betreden paadjes om een ongelooflijk uitzicht te hebben bovenop. Hiervan kon je de opeenvolging van stroomversnellingen en watervallen zien die zich telkens in de helderblauwe meertjes onderin stortten. Op de terugweg werden we overvallen door een stevige stortbui, die de gemoederen echter alleen maar extra vonken gaf en kletsnat, maar zeer tevreden tuften we in ons autootje verder naar de volgende bestemming: Lagos de Montebello. Dit is een groepering van een 50-tal meertjes, verspreid in een erg pitoresk landschap. Het zou erg de moeite waard zijn hier enkele dagen de omgeving te verkennen. We verbleven in gezellige cabanas aan het grootste meer, op de grens tussen Guatemala en Mexico (je kon de witte grenspaaltjes zien), waar we rondwandelden, zwommen en genoten van de rust. Bovendien pikten we de match van de Rode Duivels tegen Schotland mee (4-0 Hiphoi! Leve Romelu (voor Eva hé)) ondanks het matige internet. De dag erna zouden we dan verschillende andere meren gaan ontdekken en hoopten we vooral om wandelingen te kunnen maken tussen de verschillende meren. Dit bleek echter amper mogelijk en de bedoeling. De meeste meren waren eigenlijk vooral te bereiken door met de auto op de parking naast het meer te gaan staan, en vervolgens 5 minuten naar het meer te kijken, om dan weer enkele minute verder te rijden naar het volgende meer. Waren we al een beetje numb geworden door al die natuurpracht die ons deze reis al ten dele is gevallen? Ik weet het niet, feit is: wij waren niet echt impressed (de meertjes hadden elk wel een unieke blauwgroene kleur, wat op zich wel plezant was, maar door de manier van bezoeken – met de auto – werd veel van de charme weggenomen). Gelukkig vonden we uiteindelijk wel een wandeling van anderhalf uur die ons van Laguna Pojoj naar de Cinco Lagunas zou brengen. Het bleek inderdaad vooral eerder manier van verkennen die ons tegen de borst stootte, al wandelend bleek de omgeving werkelijk prachtig, met uitzichten over de meren waar we toch even stil van werden. Zoals bijna overal in Chiapas liepen we geen andere ziel tegen het lijf (behalve de vele wannabe gidsen, ronselaars en ticketverkopers voor elk meer). Gelukkig werd door de wandeling deze meerregio uiteindelijk toch ook een succes.

Onze weg vervolgde zich langs de Carretera Fronteriza (letterlijk Grensweg) die tussen Mexico en Guatemala loopt. We maakten een stop voor de nacht in Las Nubes, waar we wederom een imposante waterval bezochten en trokken verder langs de grens. Op deze weg werd onze voornaamste frustratie en hinder weer pijnlijk duidelijk: de bij momenten ER-BAR-ME-LIJ-KE staat van de weg. (Nb: Lonely Planet spreekt nochtans over een prima geasfalteerde weg - we tend to disagree). Gigantische putten verspreid over het wegdek, vreselijk onderhouden en in de schaduw haast onzichtbare verkeersdrempels die bij een passage van meer dan 5km/u de onderkant van de auto volledig zouden vernielen, collega-bestuurders die weinig kaas hadden gegeten van defensief rijgedrag: het werd een erg vermoeiende 2-daagse rit naar Palenque in het noorden, onze laatste bestemming in Chiapas. Gelukkig hadden we inmiddels het ideale Podcast-concept helemaal onder de knie: Eva deed een dutje op de passagierszetel (of las haar triljoenste boek), ik genoot van ‘De Bourgondiërs’ met Bart Van Loo: grote aanrader voor al onze lezers! Uiteindelijk arriveerden we zonder kleerscheuren (en slechts beperkte schade aan de carrosserie van ons bakske) in Palenque, waar we uiteindelijk een nacht of 4 zouden verblijven in een heerlijk hostel op een boogscheut van het dorpscentrum.

Naast chillen aan het zwembad en elke avond een ‘Torta Vegetariana’ in ons lokaal stam-eetstalletje, is Palenque een goede uitvalsbasis voor enkele prachtige watervallen in de omgeving, en uiteraard voor een bezoek aan de bekende Palenque-ruïnes. De eerste dag kozen we voor de watervallen en bezochten we de indrukwekkende ‘Agua Azul’, die helaas op dit moment – omwille van het regenseizoen – stevig waren aangezwollen en dus eerder bruin dan helderblauw was. Dit kon de pret echter niet bederven, want net door de regen werd het volume van de watervallen des te indrukwekkender (wat omgekeerd evenredig bleek met het volume bezoekers, dus nog een posi!). Op de terugweg stopten we nog even aan de ‘Misol-Ha’-waterval, ook een stevig baasje waar je via een padje een kijkje kon nemen achter de waterval. De kracht van het water zorgde dat je hier wel kletsnat werd, maar ‘t was erg plezant om onder het oorverdovende gedonder door te lopen.

Daags nadien bezochten we ten slotte de Palenque-ruines, die op zich zeker de moeite waren, maar volgens ons niet konden tippen aan andere sites in Yucatan en Guatemala.

Na nog een dagje extra te taffelen in Palenque, namen we de kortste weg terug naar San Cristobal. Deze kortste weg is wederom relatief, want in afstand is dit misschien slechts 150 km, maar je doet er wel even lang over als de gesuggereerde weg door GoogleMaps, namelijk de snelweg die een giga-omweg van 450km maakt. Maar bon, gewapend met een karrenvracht aan interessante podcasts (voor de geïnteresseerden: DsAudio, Sporza, DeTribune, Laura H, VRT NWS,Björn in USA) kozen we voor de scenic route en hobbelden we van put naar put, van drempel naar drempel. Was ik blij toen we 6u later de min of meer vlakke straatjes van San Cristobal terug onder de wielen kregen! Een laatste nachtje in ons vaste stekje, met passage in onze favoriete eetplaatsjes in San Cristobal (vooral een croissant en pépito –soort lange cremekoek met chocoladestukskes- als ontbijt vielen in de smaak) en we trokken naar onze slaapplaats in Chiapa de Corzo, waar het avontuur met ons Polo’ke begonnen was.

Ons laatste ritje naar de luchthaven genoten we in stilte (zonder podcast deze keer) en konden we terugblikken op een erg geslaagde roadtrip van 2 weken. Chiapas heeft ongelooflijk veel troeven, gezellige dorpjes en stadjes en ongetwijfeld de schoonste collectie watervallen die wij al hebben mogen aanschouwen. Algemeen gezien kwamen wij er heel weinig andere toeristen tegen, wat de charme zeker in de hand werkte, maar op momenten ook voor een erg verlaten indruk zorgde. Al bij al: een hele schone afsluiter van een heel bijzondere reis!

Of toch niet helemaal… want een laatste weekje Yucatan kon niet ontbreken, om volledig relax terug te keren naar jullie, om Eva haar verjaardag te kunnen vieren in haar favoriete verblijf in Tulum, om nog snel dat extra laagske bruin te kunnen leggen ter verzekering van jaloerse blikken en om te genieten van het leven! 

Als kers op de reeds fantastische taart spendeerden we nog 2 dagen op hét 'bounty-eiland' bij uitstek van Yucatan: isla Holbox! Paradijslijker afsluiten kan gewoonweg niet.

Tot heel erg binnenkort!

1 Reactie

  1. Eline Van Hollebeke:
    27 september 2019
    Wat een reis... blij dat jullie het zo goed hebben gehad maar ook dat jullie terug goed thuis zijn intussen! 😘